Ontwikkelingen van het Europees bos

Het landoppervlak van Europa bestaat voor 33 % uit bos en dit komt overeen met 215 miljoen hectare (JRC,2016). De laatste 30 jaar is het bosareaal met 9 % toegenomen onder andere ten gevolge van de krimp van landbouwgebieden in Zuid-Europa (Spanje) ,die verwilderen en dus bos worden en nieuwe aanplant. De Europese bossen bestaan voor 55,6 % uit naaldbossen met soorten zoals fijnspar, grove den en lariks.  De andere 44,5 % bestaan uit loofbossen met belangrijkste boomsoorten eik, beuk, populier en essen.

Ondanks de toename van het bosareaal gaan de biodiversiteit en de economische waarde van het bos achteruit. Vooral de klimaatverandering speelt een grote rol in deze afname. Dit houtverhaal zal ingaan op de ontwikkelingen van het Europese bos, wat de verwachte gevolgen zijn en welke maatregelen er genomen zouden kunnen worden om de boswaarde (=biodiversiteit en economische waarde) zo hoog mogelijk te houden. En tenslotte is het interessant om te analyseren wat de veranderingen van het bos voor de houthandel en industrie betekenen.

Bedreigingen voor het Europese bos
De verwachting is dat in 2100 de boswaarde, met 14 tot 50 % zal afnemen als gevolg van klimaatveranderingen (Hanewinkel, Cullman & Schelhaas, 2013). Met name de weersextremen van de afgelopen jaren zoals langdurige hoge temperaturen en droogte zorgen voor meer verwoestijning en bosbranden.

Deze (abiotische) factoren beïnvloeden het ecosysteem van het bos negatief en versterken de biotische bedreigingen. De abiotische bedreigingen verzwakken de bomen zodat de biotische factoren zoals schimmels, bacteriën, insecten en dieren op deze manier een grotere impact op de bomen hebben, waardoor deze ziek worden of sneller doodgaan.

Gevolgen voor de belangrijkste loofhoutsoorten
De klimaatveranderingen met de weersextremen hebben een negatieve invloed op een aantal loofhoutsoorten. De eik zal door de grootschalige aanwezigheid (10% van het bos) niet snel uit het Europees bosbeeld verdwijnen. Zij is namelijk redelijk bestand tegen de abiotische bedreigingen. Toch heeft de eik het de laatste jaren door droogte ernstig te verduren gehad zodat aantastingen van de processierups, eikenmeeldauw, spintkever toenemen. Ook vindt er eikensterfte plaats vanwege de langdurige droogte. Wel komt de grens van het groeigebied van de eik steeds noordelijker komen te liggen. Ook de verwachtingen voor de beuk zijn minder positief, snel veranderende weersomstandigheden kan deze boom niet aan en verzwakt de boom. Door hogere temperaturen zal de beuk meer last krijgen van dennensnuitkever en schimmels.
De es zal door de klimaatverandering en verwachtte droogte gaan verdwijnen uit sommige delen van Zuid-Europa. De groei van de es zal meer noordelijk komen te liggen. De es wordt op dit moment ernstig bedreigd door essentaksterfte, een ziekte waardoor de boom snel aan doodgaat. Voor smalbladige en puim-es vormen de hogere temperaturen in Zuid-Europa nog geen probleem (WUR, sd).

Wat betekent dit voor de beschikbaarheid voor de houthandel en -industrie
Het houtgebruik in de houtindustrie is wat betreft loofhoutsoortenkeuze homogeen. De focus ligt op eiken, beuken, en in mindere mate populieren, kastanje en robinia.Voor de drie belangrijkste houtsoorten zijn de gevolgen:
Eikenhout: door aantastingen en sterfte vanwege met name de droogte zal de beschikbaarheid van hogere kwaliteiten afnemen. Er moet anders met kwaliteit om worden gegaan. Bij tropische houtsoorten zijn kleine gaatjes (pin holes) toegestaan. Als de handel en industrie dit eiken zou doen dan zou er meer van de “hogere kwaliteit” met weinig noesten  beschikbaar zijn”.
Beukenhout: lagere beschikbaarheid van beukenhout van hoge kwaliteiten wegens schimmels zoals hierboven beschreven.
Essen: door de essentaksterfte is de verwachting dat het aanbod van essen de komende jaren zal toenemen en vervolgens zal afnemen omdat de populatie essen gedecimeerd zal zijn.

Te nemen maatregelen
De bosbouw kan op kleine schaal niet de klimaatverandering tegen gaan maar kan wel maatregelen bosbouwkundige maatregelen te nemen om bossen resistenter te maken tegen invloeden van buitenaf. Dit kan men doen om meer verschillende boomsoorten aan te planten, homogene bosaanplant te vermijden en goed te kijken of het gebied waar de boom wordt geplant ecologische geschikt voor de betreffende soort. De effecten van deze te nemen maatregelen zullen pas over 10-tallen jaren te merken zijn want bosomvorming is niet

De houtketen zal in de toekomst rekening moeten houden met een aanbod van grotere volumes van diverse houtsoorten (bv. kastanje, robinia, elzen) met andere eigenschappen en kwaliteiten. Architecten, meubelmakers en consumenten kunnen in de toekomst er niet vanuit gaan dat de hoge kwaliteiten en volumes van de traditionele houtsoorten eik, beuk en essen voldoende beschikbaar blijven.

Het is de taak van de houthandel om in de toekomst klanten van productkennis te voorzien zodat ook alternatieve houtsoorten meer verkocht gaan worden. Daardoor wordt ook de economische waarde van het bos stabieler en niet zoals nu dat de loofhoutbossen alleen “afhankelijk” zijn van eik, beuk en es.

Gebruikte bronnen:
JRC. (2016). European Atlas of Forest Tree Species. Luxemburg: Publication Office of the European Union
FAO. (sd). Global ecological zones (GEZ) mapping. Opgehaald van FAO: http://www.fao.org/forest-resources-assessment/remote-sensing/global-ecological-zones-gez-mapping/en/
Hanewinkel, M., Cullmann, D., & Schelhaas, M. e. (2013). Climate change may cause severe loss in the economic value of European forest land. Nature, 203-207.
WUR. (sd). Global wood production. Opgehaald van WUR: https://edepot.wur.nl/196265

Dit houtverhaal is gebaseerd op een onderzoek van stagiare Mycha Bos dat is uitgevoerd tussen november 2020 en februari 2021.

 

Email
Print

Laatste berichten

Don't miss out on our amazing deals - buy your furniture today!
Lorem ipsum dolor sit amet consectetur adipiscing elit dolor