Eiken plaathout is een sortiment zaaghout. In dit artikel gaan we in op de verschillende aspecten van plaathout. In Vlaanderen wordt dit sortiment bolenhout of bolen genoemd.
Foto 1: Voorbeeld van eiken plaathout afkomstig van rondhout met zware (= grote) diameters.
Plaathout (foto 1) wordt met name toegepast in de trappenindustrie als trede of als trapboom en in de meubelindustrie voor tafels en kozijnen. Een groot voordeel van het plaathout is dat lange lengten beschikbaar zijn. Dit is van belang bij met name trapbomen en lijsten. Een ander groot voordeel is dat er weinig kleurverschillen in het product waar te nemen zijn om dat het hout afkomstig is uit een boom. Een groot nadeel is dat het extra werk is en zaagcapaciteit vereist om de platen op te zagen tot de gewenste afmetingen. In Nederland kunnen veel verwerkers dit niet meer, beschikken niet meer over de kennis en kopen daarom liever bekantrecht hout in.
Kwaliteiten van plaathout
Conformiteit in kleur en structuur is de belangrijkste reden om plaathout te gebruiken. Gekantrecht hout is meestal “ spaarhout” dwz dat er in een pakket heel veel verschillende stammen gemengd zijn waardoor er meer verschillen zijn in kleur , draad en structuur.
Draadverloop is het belangrijkste aspect bij het sorteren van stammen die geschikt zijn om plaathout te zagen. Onderstammen die “door de draad” zijn , zijn ongeschikt omdat die gaan trekken en draaien bij het drogen. Een onderstam is het onderste deel van de boom vanaf de voet tot de eerste grote tak.
De mooiste stammen zijn afgekeurde fineerstammen. Grote diameters worden vaak in grote dikten gezaagd – 54-65-80-100mm terwijl kleinere diameters meestal in 20-27-34-41mm gezaagd worden. Vaak worden er ook diverse dikten uit een stam gezaagd bijvoorbeeld de eerste delen op 27 en 34 m de hartplaat op 65 of 80 en dan weer terug naar 27 en 34. Figuur 1 geeft een schematisch voorbeeld van een zaagschema.
Figuur 1: voorbeeld van een zaagschema van eikenplaathout. Dikten worden weergegeven in mm.
De kwaliteit van plaathout en andere zaaghoutsortimenten worden in Frankrijk beoordeeld volgens de Classement des Sciages de Chêne EN 975-1. Er zijn 5 houtkwaliteiten te onderscheiden: QBA, QB1, QB2, QB3 en QB45, waarbij de QBA-kwaliteit de hoogste kwaliteit is en waar zeer strenge eisen gesteld worden aan noesten en nerfrichting. De QB45 kwaliteit is de laagste kwaliteit.
De kwaliteit van een plaat wordt direct na het zagen bepaald. De hele stam wordt beoordeeld naar bijvoorbeeld een QBA kwaliteit. Wanneer stukken of delen niet aan deze kwaliteit voldoen wordt het totaal volume met het volume van deze slechte stukken verminderd in de vorm van correctie van de breedte.
Dit gaat volgende een bepaalde verdeling:
a) meer dan 65 % van de stam moet aan de beoordeelde kwaliteit voldoen;
b) minder dan 25 % van de stam mag aan een kwaliteit voldoen die een klasse lager is;
c) minder dan 10 % van de stam mag aan een kwaliteit voldoen die 2 klassen lager is.
Tabel 1: Kwaliteitseisen voor plaathout (NEN-975).
Q-B A kwaliteit • Rechte platen met een overwegend recht lopende nerf. • Een gezonde noest met een diameter kleiner dan 20 mm toegestaan. • Toegestaan mits de breedte wordt gereduceerd: een alleenstaande noest < 15 % van de plaatbreedte. • Zacht en aangetast spint beperkt toegestaan. • Niet toegestaan: losse en zwarte/zachte noesten, ringscheuren, ingegroeide schors, ingegroeid spint, bruinkern en zachthout (rot).
Q-B 1 kwaliteit • Gezonde noesten < 5 mm, 8 per plaat toegestaan. • Gezonde noesten met een diameter tussen 5 en 25 mm toegestaan mits zij tezamen < 50 mm zijn. • Een noest met een diameter < 50 mm toegestaan. • Toegestaan met breedtecorrectie: een losse of ongezonde noest < 25 mm, een alleenstaande noest < 20 % van de plaatbreedte, ringscheuren, vriesscheuren, ingegroeide schors, bruinkern (max. 25 % van de breedte). • Aangetast en zacht spinthout beperkt toegestaan. • Niet toegestaan: ingegroeid spint en zachthout (rot).
Q-B 2 kwaliteit • Gezonde noesten < 5 mm onbeperkt toegestaan. • Gezonde noesten met een diameter tussen 5 en 40 mm toegestaan wanneer zij tezamen niet de 100 mm overschrijden. • Een noest kleiner dan 100 mm toegestaan. • Toegestaan met breedtecorrectie: een losse of zwarte/zachte noest < 40 mm, een alleenstaande noest < 25 % van de plaatbreedte, ringscheuren, vriesscheuren, ingegroeide bast, zacht spinthout, bruinrot < 25 % van de breedte, beperkt rot en aangetast spint. • Niet toegestaan: ingegroeid spint.
Q-B 3 kwaliteit • Gezonde noesten < 10 mm onbeperkt toegestaan. • Gezonde noesten met een diameter tussen 10 en 70 mm toegestaan wanneer zij tezamen niet de 160 mm overschrijden. • Toegestaan met breedtecorrectie: een losse of zwarte/zachte noest < 70 mm, een alleenstaande noest < 30 % van de plaatbreedte, ringscheuren, vriesscheuren, ingegroeide bast, beperkt ongezond spinthout, bruinrot < 25 % van de breedte, beperkt rot en aangetast spint. Er bestaan ook nog de QB-45 kwaliteit. Hierbij worden de kwaliteitseisen in overleg tussen de koper en verkoper in een contract beschreven.
Inzaagdikten en vermeting
Plaathout wordt zoals eerder beschreven in verschillende dikten verhandeld. De meest voorkomende dikten zijn 27 mm, 34 mm, 41 mm, 54 mm en 65 mm. 20 mm, 70 mm en 80 mm komen soms ook voor. De bovengenoemde maten zijn de factuurmaten (de maten die op de rekening staan). De inzaagdikten zijn 7 % meer omdat het verse hout nog moet krimpen. Dus 27 mm gefactureerd wordt 27 mm + 7 % = 29 mm als inzaagmaat.
De breedte wordt bepaald door deze in het midden van de lengte van de plank te meten. Aan een zijde wordt het spint meegerekend. In Frankrijk meestal half spint ene zijde en half spint andere zijde. Na het zagen wordt op elke plaat de gemeten breedte met een krijt/wasco geschreven, dit zodat de klant het volume later nog kan controleren. Bij verkoop wordt het hout nog een keer vermeten omdat bij het luchtdrogen gebreken kunnen ontstaan die tot een volumereductie kunnen leiden. Wanneer de breedte van het hout na 4 jaar gemeten wordt is het meer gekrompen dan na 6 maanden en dus is een lange droogtijd nadeliger voor de eigenaar. Dit scheelt snel een paar procent. Figuur 2 laat zien hoe plaathout vermeten wordt.
Figuur 2: vermeting van plaathout. Aan een zijde van de plaat wordt spint meegemeten. De andere niet. De breedte wordt in het midden van de plank gemeten.4
Wanneer in een plaat een hart of een hartscheur zit wordt deze in de breedte gecorrigeerd. Dus wanneer de breedte van de plaat 50 cm is en er loopt een hartscheur door deze plaat dan wordt er bv 5 cm afgetrokken (zie figuur 3).
Figuur 3: Wanneer er een grote scheur of gebrek in de plaat zit, wordt deze niet meegerekend in het volume. De breedte wordt in het midden gemeten.
Het volume van de stam plaathout wordt als volgt berekend:
(Factuurdikte in mm) x (lengte – overmaat in) x (breedte 1 + Breedte 2 + breedte n in cm) * 0,001 geeft het aantal m3 van de stam plaathout.
Vereiste vochtgehaltes van plaathout
Zagerijen in Frankrijk produceren plaathout voor hun eigen voorraad. Na het zagen staat het een tijdje onder een afdak of in de buitenlucht. Het vochtgehalte kan variëren van 20 tot 40 % , afhankelijk van wanneer het gezaagd is. Wanneer het vochtgehalte 20 – 25 % is kan met het winddroog noemen. Dit betekent dat het hout nog nagedroogd moeten worden om aan de eisen van binnen toepassingen te voldoen. Plaathout met dikten van 20 mm tot 50 mm dienen een gebruiksvochtgehalte te hebben van 9 tot 12 % . Is het hout dikker dan mag het wat vochtiger zijn: maximaal 14 % is dan ook goed.
Oplatten en opslag
Omdat plaathout meestal langdurig (tot 4 – 5 jaar) in de buiten omslag staat is het van groot belang dat het na het zagen goed wordt opgelat om kwaliteitsverlies zoals vervorming te voorkomen. Als praktische regel geldt dat de latten loodrecht om de 50 cm moeten worden gelegd. Bewerking kopse kanten: om kopscheuren te voorkomen is bij dit hoogwaardige hout het raadzaam om de kopse kanten met was of verf te behandelen.
Indien plaathout buiten wordt opgeslagen wordt vaak de hartplaat er tussenuit gehaald en als “afdak” als bovenste plaat gebruikt. Dit is het breedste deel van de boom en is bovendien half/vol kwartiers waardoor het minder kans heeft om krom te trekken. De dosse delen doen dat veel sneller. Hout wat lang buiten staat en zeker in ons vochtige land heeft kans op latstrepen. Daarom bij voorkeur droge latten gebruiken, vaak naaldhout en indien de latten door weer en wind gaan schimmelen wordt bij dik hoogwaardig plaathout wat lang op lat moet, na een jaar opnieuw opgelat om latstrepen te voorkomen.
Vergrijsd hout
Wanneer het plaathout al enkele jaren in de buitenlucht of onder een afdak staat dan veranderd de kleur van het hout. Het hout verweert en kleurt dan grijs. Voor de kwaliteit van het hout maakt dit in principe niets uit. Foto 2 toont een foto van vergrijst plaathout dat enkele jaren buiten heeft gestaan. Wanneer het plaathout te lang buitenstaat en zwart is geworden neemt de kwaliteit af: er kan scheurvorming optreden en rot wanneer het inwatert.
Foto 2: een voorbeeld van vergrijst plaathout. Per twee gestapeld zodat je een stabiele hoge stapel kunnen maken.
Conclusies
Plaathout is een klassiek sortiment van Franse zagerijen. Door de standaardisering van de industrie wordt dit product in Nederland nog beperkt gebruikt. Industrie en meubelmakerijen geven voorkeur aan bekantrechthout.
De schaaldelen van de plankencentrale.nl zijn afkomstig van Plaathout. Wil je meer informatie neem contact met ons op.